Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Vloekt [62]Meroz, zegt de [63]Engel des HEEREN, [64]vloekt haar inwoners geduriglijk; omdat zij niet gekomen zijn tot de hulp [65]des HEEREN, tot de hulp des HEEREN, met [66]de helden. 62. Een stad of landstreek, nabij de beek Kison, niet ver van de plaats, waar de slag geschied is, aan de zuidelijke grenzen van Issaschar. 63. Vergelijk onder, hfdst.6 vs.11, enz. 64. Hebreeuws, vloekt vloekende. 65. Dat is, tot Israels hulp, die de Heere bevolen en beschikt heeft. Of, tot de hulp van des Heeren volk. Anders is het menselijkerwijze gesproken van God, die eigenlijk niemands hulp van doen heeft. 66. Die Barak en Debora gevolgd zijn.